Internationale Dag van de Civiele Bescherming: Wanneer de nood het hoogst is, staan we klaar om te helpen

Civiele Bescherming
Evenement
2021 was ook voor de Civiele Bescherming een bijzonder jaar. De ongekende watersnood van juli maakte ons erop attent hoezeer we alle hulpdiensten in ons land nodig hebben. Met gespecialiseerd materieel was de Civiele Bescherming een belangrijke speler om de ergste nood te lenigen. Deze interventie was misschien wel het meest in het oog springend, maar er waren nog andere uitdagingen het voorbije jaar. Hierover hadden we een gesprek met Johan Boydens, eenheidschef van de kazerne in Brasschaat.
Johan Boydens

Mijnheer Boydens, kan u wat meer over uzelf vertellen?

Na enkele jaren in de private sector ben ik in 2008 beginnen werken voor de Civiele Bescherming.  Nadien ben ik doorgegroeid in 2017 tot eenheidschef van de kazernes van Jabbeke en Liedekerke.  Na de hervormingen van de Civiele Bescherming werd ik dan eenheidschef in Brasschaat.

Wat is de taak van een eenheidschef?

Als leidinggevende ben ik verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in de kazerne, voor het uitzetten van de visie en het dagelijks aansturen van de verschillende operationele eenheden.

2021 was een bijzonder jaar voor de Civiele Bescherming. Hoe hebben jullie dat ervaren?

Het meest gekend zijn natuurlijk de overstromingen van juli 2021.  Naast het bijspringen bij onze Waalse collega’s, hadden we ook heel wat werk onder andere in Limburg.  Veel mensen vergeten dat de situatie daar op een gegeven ogenblik toch ook heel hachelijk was en de Maas dreigde te overstromen.  Onze hulp, onder andere met zandzakjes en gespecialiseerd materieel, was dan ook meer dan nodig.  Maar dat was niet de enige grote opdracht: u herinnert zich misschien nog de zoektocht naar Jurgen Konings waar we de logistieke omkadering deden, er waren twee grote gasontploffingen waar we de nodige assistentie moesten bij leveren.  We hadden tijdens de covid –pandemie ook een belangrijke rol te vervullen met het leveren van vaccins en heel het logistieke proces.  Vorig jaar hadden we eveneens te maken met grote bos- en heidebranden waarvoor er een goede samenwerking is met Nederland.  Sommige opdrachten vergen heel veel tijd, maar komen niet onder de aandacht omdat er geen noodplan voor werd geactiveerd.   Dat was bijvoorbeeld zo met de Brexit.  Daar hebben we bijvoorbeeld een noodparking opgezet voor gestrande vrachtwagens, maar ook procedures uitgewerkt voor als de situatie nog zou verslechteren.  Gelukkig hebben we dat nooit nodig gehad. Maar we hebben dagelijks interventies, van een grote brand in de Antwerpse haven tot het verwijderen van stookolie op moeilijk bereikbare plaatsen.

De werklast lijkt dan ook zeer groot te zijn.  Hebben jullie hiervoor voldoende manschappen?

Dat zou wel wat beter kunnen.  Tijdens grote rampen blijkt ook dat we soms wat operationele manschappen te kort komen of zijn er verschillende interventies gevraagd op hetzelfde ogenblik, waardoor de vraag groter is dan het aanbod.  Ons personeelsbestand telt op dit ogenblik 119 operationele medewerkers, 8 personen in dagdienst als administratieve ondersteuning en 60 vrijwilligers, naast ondersteunend administratief personeel.  We zouden graag hebben dat er hier toch een inhaalbeweging zou worden gemaakt en dat we hopelijk binnenkort terug 155 operationele medewerkers hebben.  Dat is zeker een noodzaak.  Mensen vragen zich soms af wat we doen als er geen interventie is, maar de voorbereidingen, het onderhoud, … Het vraagt allemaal veel personeelsinzet. Deze drie essentiële taken: interventies, het geven en volgen van opleidingen en het onderhoud van het materieel vormen onze kerntaken.

De Civiele Bescherming is bij het brede publiek wat minder bekend.  Hoe komt dit?

Wij zijn een tweedelijns hulpverleningsdienst.  We komen tussen op vraag van politie, brandweer, een burgemeester of een gouverneur, bv.  Ons werk is noodzakelijk, omdat we vaak materieel hebben waarover andere hulpverleningsdiensten niet beschikken.  Dat maakt dat ons werk wat meer op de achtergrond verloopt.  Het is belangrijk dat we in de eerste plaats deze taak blijven vervullen, maar het kan zeker geen kwaad voor ons imago om dat geregeld wat meer in beeld te brengen.  Dat kan gaan via het meer actief zijn op sociale media of aanwezig zijn op publieksevenementen om onze werking wat meer toe te lichten.

Interventies bij rampen vergen veel van de manschappen.  Op welke manier ondersteunen jullie het personeel om met moeilijke situaties om te gaan?

Vooreerst screenen we zorgvuldig welke manschappen we waar inzetten.  Niet iedereen kan sommige situaties aan en door het personeel te kennen weten we wie we ergens kunnen inzetten.  Dat geldt in het bijzonder ook voor personeelsleden die deel uitmaken van het Disaster Identification Team.  Deze belangrijke taak is niet geschikt voor iedereen. De manschappen kunnen ook opleidingen volgen en ondersteuning krijgen om met traumatische gebeurtenissen te omgaan.  De collega’s die de job kennen vormen vaak trouwens het belangrijkste klankbord om met zulke situaties te kunnen omgaan.

Dat is allemaal indrukwekkend.  Als we nu naar de toekomst kijken, waar zie je jezelf en de Civiele Bescherming binnen vijf jaar?

Eerst en vooral is het onmogelijk om de toekomst te voorspellen.  Toch hoop dat ik dat de waarde van de Civiele Bescherming wordt erkend en eveneens zijn unieke rol in het hulpverleningslandschap.  Wat bijkomend personeel zou het mogelijk maken het uitgebreid taken pakket beter aan te kunnen en het kan alleen maar leiden tot een nog betere dienstverlening. Graag zou ik mijn steentje hier blijven aan bijdragen.  Interventies waarbij we mensen helpen, er staan op de moeilijke momenten, bij grootschalige rampen, bij dagelijkse interventies op vraag van onze partners.  Wij staan altijd paraat.  Ik ben dan ook ontzettend fier op de medewerkers van de Civiele Bescherming en het is dan ook goed om dit werk naar waarde te schatten.