Impact van de gemeenteraadsverkiezingen op de hulpverleningszones

Brandweer
Hervorming
De gemeenteraadsverkiezingen zullen een impact hebben op de hulpverleningszones en haar organen.

1)      Samenstelling van de organen

Moeten opnieuw samengesteld / aangeduid worden

  • Zoneraad
  • Zonecollege
  • Voorzitter van zoneraad en zonecollege

De nieuwe organen van de zone dienen alle beslissingen die door de oude organen werden genomen, uit te voeren. Tenzij de nieuwe zoneraad bijvoorbeeld niet akkoord  gaat met een retributiereglement, arbeidsreglement, of elke andere beslissing, zoals aangenomen door de oude zoneraad, is het niet de bedoeling dat nieuwe reglementen worden aangenomen.

Artikel 28 van de Wet van 15/05/2007 betreffende de civiele veiligheid bepaalt dat het mandaat van de leden van de zoneraad aanvangt de eerste werkdag van de derde maand na de datum van het aantreden van de nieuwe gemeenteraadsleden, tenzij zij rechtsgeldig vroeger bijeengeroepen zijn of ten laatste de eerste dag van de derde maand volgend op de maand waarin de uitslag van hun verkiezing definitief is geworden.

Als de gemeenteraden pas hernieuwd worden in januari 2019, zou dit betekenen dat het mandaat als zoneraadslid pas start op de eerste werkdag van april 2019.  Dat is geen wenselijke situatie.  Om de werking van de zone niet lam te leggen, raden wij ten zeerste aan dat de zoneraad in haar nieuwe samenstelling vroeger bijeen komt, dit volgens artikel 28 van de Wet van 15/05/2007 die bepaalt : tenzij zij rechtsgeldig vroeger bijeengeroepen zijn”.

In dit geval moet de zoneraad samengeroepen worden door het zonecollege in zijn oude samenstelling. Het is belangrijk dat het college (oude samenstelling) hier zijn verantwoordelijkheid opneemt.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                      
Indien er een betwisting zou zijn omtrent de verkiezingsuitslag, is de situatie anders. Het mandaat van de zoneraadsleden vangt dan aan ten laatste de eerste dag van de derde maand volgend op de maand waarin de uitslag van hun verkiezing definitief is geworden.

De actuele zoneraadsleden blijven aan tot de installatie van de nieuwe zoneraad, ook als zij geen burgemeester meer zijn (zie art 28, 2de lid van de wet van 15/05/2007 : ‘De leden van de zoneraad blijven hun mandaat uitoefenen tot de installatie van de nieuwe raad’).

Op de eerste vergadering van de nieuw samengestelde zoneraad wordt dan overgegaan tot het verkiezen van de leden van het nieuwe zonecollege (art. 55 en 57 van de Wet van 15/05/2007). Het verkiezen van de leden van het college kan plaatsvinden in openbare zitting en dient te gebeuren bij volstrekte meerderheid van de stemmen.

Bij de overgang van de prezones naar de zones werd door FOD Biza aangeraden om hieropvolgend de vergadering van de zoneraad even te schorsen, zodat het zonecollege kon samengeroepen worden en vergaderen. Na deze vergadering van het college hernam dan de vergadering van de raad.
Tijdens de collegevergadering kon dan o.a. de voorzitter van het college en de raad worden aangeduid (art. 57 van de Wet van 15/05/2007). Hierdoor kon de vergadering van de raad hierna weer worden hernomen, en konden een aantal raadsbeslissingen dan ook rechtsgeldig worden genomen. Deze soepelheid in de toepassing van de regels was mogelijk omdat er in de prezone nog geen zonale mandatarissen waren. Dit zal dus niet het geval zijn in de actuele situatie.

Inderdaad, het mandaat van de oude leden van het college loopt af de dag na de verkiezing van de nieuwe leden (art. 57, voorlaatste lid van de Wet van 15/05/2007).  Pas minimaal een dag na de vergadering van de raad waarop de leden van het college worden gekozen, kan er dus een collegevergadering plaatshebben in de nieuwe samenstelling.

Op deze eerste vergadering van het nieuw samengestelde college, wordt dan de nieuwe voorzitter aangewezen (art. 57, derde lid van de Wet van 15/05/2007).

Het is belangrijk dat niet wordt gewacht met deze verkiezing. Het is immers de voorzitter die de briefwisseling van de zone ondertekent.

Pas hierna kan dan een nieuwe raadsvergadering plaatsvinden.

2)      Het vastleggen van de gemeentelijke dotaties

De zoneraad moet een akkoord bereiken over de gemeentelijke dotaties, die moeten gestemd zijn in de gemeenteraad vóór 1 november 2018 (art. 68, §2 van de Wet van 15/05/2007).

De begroting van de zone moet ten laatste in oktober 2018 gestemd worden (art. 89 van de Wet van 15/05/2007).
Aangezien de verkiezingen vallen op 14 oktober 2018, zal het niet meer mogelijk zijn om het aannemen van de gemeentelijke dotatie door de nieuwe  zoneraad te laten doen. Dit betekent dat de oude gemeenteraden nog een akkoord zullen moeten bereiken over de gemeentelijke dotaties, bij gebreke waarvan de gouverneur zal moeten overgaan tot het vaststellen van de dotatie van elke gemeente (art. 68,§3 van de Wet van 15/05/2007).

Inzake financiële zaken is er in de zoneraad een gewogen stemrecht. Elk lid heeft normaal één stem, tenzij voor financiële zaken, waarvoor de leden beschikken over een gewogen stem in verhouding tot de dotatie van zijn/haar gemeente. Het gewogen stemrecht zal dus wijzigen en moeten worden vastgelegd door de nieuwe zoneraad, doch niet als gevolg van de gemeenteverkiezingen maar louter als gevolg van de jaarlijkse noodzaak tot vaststelling van de (eventueel veranderende ten aanzien van het vorige jaar) gemeentelijke dotaties.

3)      Het meerjarenbeleidsplan en het operationeel organisatieschema

Het is belangrijk op te merken dat door de zone een nieuw meerjarenbeleidsplan zal moeten worden opgemaakt. Het eerste meerjarenbeleidsplan werd opgemaakt naar aanleiding van de start van de zones, en doordat de ambtstermijn van de burgemeesters minder dan zes jaar bedroeg, werd het plan opgemaakt voor de resterende duurtijd van hun ambtstermijn (art. 23 van de Wet 15 mei 2007). Het nieuwe meerjarenbeleidsplan zal voor een duur van zes jaar worden opgesteld.

Het operationeel organisatieschema (art. 22/1 van de Wet 15 mei 2007) wordt opgesteld voor dezelfde duur ervan. Er zal dus ook een nieuw operationeel organisatieschema moeten worden opgemaakt. De twee documenten zijn gelinkt.  Het operationeel organisatieschema vermeldt immers alle elementen die verbonden zijn aan de op organisatie van de zone en heeft als publiek de operationele en administratieve leden van de zone. Het meerjarenbeleidsplan is voornamelijk gebaseerd op de strategische doelstellingen van de zone en adresseert zich voornamelijk tot de leden van de raad. Deze twee documenten zijn complementair en laten toe om een goed overzicht op de zone te hebben.

4)      Tuchtprocedures

Er moet opgelet worden bij lopende tuchtprocedures.  Immers, artikel 269 van het KB administratief statuut bepaalt dat het lid van het college of raad dat niet aanwezig was gedurende alle hoorzittingen voor het college of de raad, naargelang het geval, niet mag deelnemen aan de beraadslaging, noch deelnemen aan de stemming over de uit te spreken tuchtstraf.

Er moet dus op gelet worden dat de lopende tuchtprocedures afgesloten worden en / of dat er eventueel gewacht wordt tot de nieuwe raden en colleges in plaats zijn gesteld om een nieuwe tuchtprocedure op te starten (dit alles met respect voor de termijnen van de tuchtprocedure).