Gespecialiseerde teams van de Civiele Bescherming

Naast het blussen van branden, het bevrijden van mensen uit voertuigen en het uitdelen van zandzakken bij overstromingen hebben de Civiele Bescherming en de brandweer ook een aantal taken waarvoor zij bijzondere technieken moeten toepassen en/of speciaal materieel nodig hebben. Het niet-alledaagse karakter van deze opdrachten vereist de interventie van bekwaam en speciaal opgeleid personeel. Om deze gespecialiseerde taken naar behoren uit te kunnen voeren, zijn er een aantal gespecialiseerde teams in het leven geroepen. De leden van deze teams hebben bijkomende opleidingen gevolgd in hun specialisme en kunnen hun vaardigheden geregeld trainen tijdens oefeningen en reële interventies.

Sommige gespecialiseerde teams zijn samengesteld uit personeel van brandweer en Civiele Bescherming, andere zijn georganiseerd binnen een van deze hulpdiensten.
 

Adviseurs Gevaarlijke Stoffen

Adviseurs Gevaarlijke Stoffen (AGS) geven bij incidenten met gevaarlijke stoffen advies aan bevelvoerders en beleidsverantwoordelijken over deze stoffen en de mogelijke bestrijdingsmiddelen. Ze werken een plan van aanpak uit en doen dit alles met aandacht voor de omgeving  en het milieu.

In 2010, 2011 en 2013 is er een postgraduaat Adviseurs Gevaarlijke Stoffen georganiseerd, waaruit een 40-tal nieuwe AGS’ers zijn voortgekomen. Deze opleiding bestaat uit een wetenschappelijk onderbouwde basisopleiding waarin de universiteit brandweergerelateerde scheikunde geeft. Dit eerste deel wordt aangevuld met een praktisch luik, gegeven door brandweermensen en het provinciaal opleidingscentrum, waarin bijvoorbeeld de beveiliging van transport van gevaarlijke stoffen, de berekening van de veilige afstand ten opzichte van een chemisch lek en de werkwijze bij een brand in een labo met bacteriën of virussen aan bod komen.
De eerste “generatie” AGS’ers hebben hun opleiding in Nederland gevolgd.

Adviseurs Gevaarlijke Stoffen oproepen

In de provincies waar al AGS’ers werkzaam zijn en er een wachtdienst bestaat, worden zij opgeroepen via het NC 112. Sommige korpsen beschikken over hun eigen AGS’ers die zij kunnen oproepen.

 

B-FAST

B-FAST is een interdepartementale structuur die de verzending van Belgische noodhulp naar het buitenland organiseert.Belgische hulp in het buitenland wordt meestal op Europees niveau gecoördineerd (Mechanisme voor civiele bescherming van de EU).
Op vraag van de Europese Unie stuurt België dan een B-FAST team (Belgian First Aid and Support team) uit.

De samenstelling van een B-FAST team hangt af van het type van interventie en dus van het type van ramp (overstromingen, vervuilingen, vloedgolven, enz.). 

 

De Civiele Bescherming levert op drie manieren zijn bijdrage aan B-FAST

  1. Vaste gestandaardiseerde modules (interventie ploegen) die gecertificeerd zijn door de Europese overheden volgens internationale kwaliteitsnormen. De Civiele Bescherming beschikt over een module FRUB (Flood Rescue Using Boats) en een module HCP (High Capacity Pumping). 
  2. Ad hoc capaciteiten, afhankelijk van de situatie en de aanvraag van het getroffen land, zoals CBRN-detectieteams (Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair) met meetvoertuigen en een mobiel laboratorium die snel en rechtstreeks op het terrein stalen van mogelijk gevaarlijke producten kunnen analyseren, decontaminatiemiddelen, drones, enz.
  3. Als de Belgische interventiedienst verantwoordelijk voor de logistieke ondersteuning bij rampen, stelt de Civiele Bescherming eveneens logistieke specialisten ter beschikking van B-FAST en haar partnerorganisaties. Deze deskundigen ondersteunen bijvoorbeeld de waterzuiveringsteams van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en kunnen externe partnerorganisaties helpen bij het transport van hun capaciteiten. Samen met de Belgische federale politie heeft de Civiele Bescherming bijvoorbeeld bijgedragen aan de ontwikkeling van een DVI-capaciteit (Disaster Victim Identification) bij de federale politie in Thailand (na de tsunami van 2004) en aan de ontplooiing van het B-Life biologische mobiele laboratorium van de UCL in Guinea (bij de Ebola-epidemie).

Duikers van de Civiele Bescherming

In België zijn er in totaal meer dan 750 personen die duiken voor de brandweer of de Civiele Bescherming. De operationele eenheid van de Civiele Bescherming van Crisnée heeft net zoals een 130-tal brandweerkorpsen een duikersteam. Daar waar de brandweer de dringende duikinterventies voor haar rekening neemt, verzekert de Civiele Bescherming de minder dringende en vooral de langdurige duikinterventies.

De duikers van de Civiele Bescherming voeren gemiddeld een 60-tal duikinterventies per jaar uit (goed voor gemiddeld 4000 werkuren). Ze gaan voornamelijk op zoek naar vermiste personen, voertuigen en wapens om deze naar de oppervlakte te brengen. Ze gebruiken hiervoor gespecialiseerd materieel, zoals een sonar en echolood. Deze interventies zijn steeds op vraag van de lokale of federale politie (Scheepvaartpolitie, de Cel Vermiste Personen, het Disaster Victim Identification-team) of Justitie.

Het gaat dus vaak om speuropdrachten van lange duur in het kader van gerechtelijke onderzoeken, maar onze duikers redden ook soms mensen, leveren bijstand tijdens overstromingen, nemen water- of sedimentstalen en beveiligen personen tijdens manifestaties.

Het duikersteam van de Civiele Bescherming oproepen

De organisatie van duikinterventies door het duikersteam van de operationele eenheid van de Civiele Bescherming van Crisnée gebeurt steeds via Claude Chardon.

Claude CHARDON
Verantwoordelijke duikersteam Civiele Bescherming
Tel: 04 257 66 00

High Capacity Pumping

 

De Europese overheden hebben verklaard dat de High Capacity Pumping-module (HCP) van de Civiele Bescherming aan de internationale kwaliteitsnormen voldoet. Deze module is geïntegreerd in de interventiecapaciteiten van de Europese reserve voor civiele bescherming (European Civil Protection Pool, vroeger Voluntary Pool) van het Mechanisme voor civiele bescherming van de EU. Hij heeft reeds aan meerdere grootschalige internationale oefeningen deelgenomen (Parijs (Sequana, 2016), Laubegg, Oostenrijk (2017), Madrid (RIWATEREX, 2018)) en is, met name, in 2014 in Bosnië-Herzegovina tussenbeide gekomen.

De HCP-module bestaat uit:

  • 4 à 12 pompen met zeer hoog debiet (van 5.000 à 60.000 liter/minuut);
  • 2.000 meter slangen;
  • Een twintigtal opgeleide en getrainde specialisten.

Hij kan voor een interventie van tien dagen in het buitenland gemobiliseerd worden, binnen een straal van 3.000 km, binnen een termijn van zes uur, en kan over de weg vervoerd worden (vrachtwagens van de Civiele bescherming). Hij voldoet aan de Europese criteria inzake autonomie, capaciteit en interoperabiliteit met andere interventieploegen.

Het materieel van de HCP-module omvat met name een Goliath, een van de krachtigste ledigingspompen van Europa. Met deze pomp, die een debiet van 66.000 liter/minuut heeft, kan een zwembad van 25 m op 10 m, dat 1,5 m diep is, in minder dan tien minuten leeggepompt worden.  

De Civiele Bescherming heeft zich onlangs, dankzij de financiële steun van de Europese Commissie, kunnen uitrusten met een nieuwe pomp met zeer hoog debiet (51.000 liter/minuut). Deze pomp wordt aan het bestaande materieel van de HTD (Heavy Technical Deployment) cluster  toegevoegd. De nieuwe pomp kan natuurlijk in België worden ingezet, maar kan ook voor een operatie in het buitenland met de HCP-module van de Civiele bescherming gemobiliseerd worden.

IBIS

Het IBIS-team van de Civiele Bescherming bestaat uit een kern van 40 beroepspersoneelsleden en is gespecialiseerd in het opsporen van overleden personen. Zij zijn opgeleid door en voeren op vraag van het DVI-team (Disaster Victim Identification) van de federale politie necrosearch-operaties uit. Dit houdt in dat zij begraven of verborgen slachtoffers van moord of doodslag, lokaliseren en opgraven. Deze interventies verlopen steeds in samenwerking met een groot aantal partners, zoals de Cel Vermiste Personen van de federale politie, hondengeleiders, wetsdokters, odontologen, fotografen, architecten, sociale assistenten van het Rode Kruis...

Omdat deze opsporingsoperaties psychologisch vaak erg belastend zijn en slordigheden tijdens necrosearch-operaties kunnen leiden tot het onherroepelijk verdwijnen van bewijsmateriaal, is een gespecialiseerde opleiding noodzakelijk om deel uit te maken van het IBIS-team. De toekomstige IBIS-specialisten worden gedurende een week ingewijd in alle aspecten van necrosearch: identificatie van verdwenen of overleden personen, deontologische methodes, graaftechnieken... De door het DVI-team uitgevoerde opgravingen hebben steeds plaats in het kader van een gerechtelijk onderzoek. Het belang van een nauwkeurige methodologie wordt in de opleiding dus steeds benadrukt, want een opgraving kan niet overgedaan worden.

Van zodra de te onderzoeken zone is afgebakend, komen de IBIS-teams van de Civiele Bescherming in actie met een kraan en graafmachines. De intervenanten dragen wegwerpkledij, maskers en handschoenen die regelmatig vervangen worden om hen te beschermen (manipulatie van kadavers) en om niet het risico te lopen om storende sporen toe te voegen. De bodem wordt voorzichtig uitgegraven, centimeter per centimeter, onder het waakzaam oog van de experts van het DVI. Dan volgt er een lange zeefoperatie om geen enkele aanwijzing over het hoofd te zien. Behalve graafmachines worden ook soms kranen, pompen, bergingscontainers en warmtecamera’s gebruikt voor het opsporen en opgraven van overledenen.

Elke interventie wordt afgesloten met een bezoek van het IBIS-team aan de psychologen van het stressteam van de federale politie. Praten over deze zoekacties in vaak gruwelijke omstandigheden, helpt de personeelsleden bij het verwerkingsproces. De bekendste interventie van de afgelopen jaren is die in het kader van het dossier Dutroux, maar onze IBIS-teams hebben ook na de tsunami in Thailand hun steentje bijgedragen.

IBIS-teams oproepen

De Cel Vermiste Personen van de federale politie die voor de politie deze oproepen centraliseert, neemt -in functie van de lokalisatie van de opgraving- contact op met de territoriaal bevoegde operationele eenheid van de Civiele Bescherming. 

Redden met touwen

Deze interventies kunnen plaatsvinden in natuurlijke omgevingen, zoals op rotswanden, in ravijnen, aan steengroeves of langs waterlopen. De RED-teams kunnen bovendien ook in een stedelijke omgeving assistentie verlenen bij evacuaties van (zieke) personen uit gebouwen of ze kunnen tussenkomen op hoge industriële gebouwen of op het dak van een kerk. Soms wordt er ook op vraag van de Cel Vermiste Personen of het DVI-team (Disaster Victim Identification) van de Federale politie gezocht naar menselijke resten op moeilijk bereikbare plaatsen.

De leden van de RED-teams gebruiken klimtechnieken die gebaseerd zijn op reddingstechnieken in gebergtes en op ondergrondse plaatsen, aangevuld met jaren praktijkervaring. Om zich bij de GRIMP aan te sluiten is het noodzakelijk dat je kennis hebt van de specifieke technieken voor beveiliging bij valpartijen en reddingsoperaties op hoger gelegen gebieden. Voor de praktijk van deze discipline, hebben de leden van de Civiele Bescherming opleidingen gevolgd in Frankrijk bij gespecialiseerde opleidingskorpsen. De teamverantwoordelijken keren om de vijf jaar terug naar Frankrijk om een tiendaagse intensieve stage te volgen om de evolutie van de technieken te volgen en om nieuwe uitrustingen te ontdekken.

Deze interventiemethode vereist licht en compact materieel. Door de combinatie van weerstand, soepelheid en lichtheid laten de uitrustingen die de GRIMP-teams gebruiken, toe om zich snel aan te passen aan elke situatie en om personen in alle veiligheid te evacueren. Het materieel wordt regelmatig onderworpen aan strikte controles door erkende organen en wordt na elk gebruik grondig geïnspecteerd.


 

Reddingshondteams

Een team bestaat uit een hondengeleider en een hond. Deze teams worden opgeleid zodat zij de volgende specialisaties kunnen uitvoeren tijdens interventies:

- De “vlakterevierenhonden” doorzoeken op systematische wijze uitgestrekte gebieden, en dit zonder spoor of referentiegeur. Deze honden gaan binnen een gebied op zoek naar elke persoon die ze kunnen vinden.

- De “reddingshonden” zoeken (levende) personen bedolven onder puin na instortingen of aardbevingen.

In België zijn er ongeveer 30 reddingshondteams voorlopig geaccrediteerd door FOD Binnenlandse Zaken . De hondengeleiders zijn lid van de Brandweer of van de Civiele Bescherming en zijn geslaagd in het examen van de specialisatie(s) van hun keuze. Hierna trainen de hondengeleiders gemiddeld 1 à 2 keer per week met hun hond om zowel hun eigen vaardigheden als die van hun hond(en) op peil te houden.

De reddingshondteams komen gemiddeld ongeveer 10 interventies per jaar. De meest gekende interventie in België was die na de gasontploffing in Luik op 27 januari 2011. Toen zijn er meerdere reddingshondteams ingezet om het ingestorte appartementsgebouw te doorzoeken naar overlevenden.

Een deel van de reddingshondteams die zich nog verder gespecialiseerd hebben als USAR K9 team, gaan geregeld mee naar het buitenland als onderdeel van het B-Fast team, om er deel te nemen aan internationale interventies of oefeningen. Na de aardbeving in Haïti van 2010 zijn er bijvoorbeeld ook als deel van het USAR team 4 Belgische reddingshondteams meegestuurd om overlevenden te zoeken onder het puin.

Hulpteams met honden oproepen

Bij een ramp, een catastrofe of een schadegeval kunnen de Directeur van de operationele commandopost(Dir-Cp-Ops) en de zonecommandant of zijn plaatsvervanger van de Hulpverleningszone, via het hulpcentrum 112 de inzet van kynologenhulpverleningsteams vragen.
Indien de korpschef van politie en de vertegenwoordiger van de Federale politie beroep wensen te doen op deze teams, dient dit via het Centrum voor Informatie en Communicatie van de Federale politie (CIC) te gebeuren.
 

Speleo

Het Speleohulpverleningsteam voert interventies uit op moeilijk bereikbare, ondergrondse plaatsen, zoals steengroeves, tunnels die buiten gebruik zijn, mijngangen of putten. Zij bieden hulp en bijstand aan personen in moeilijkheden in deze omgeving of verlenen bijstand bij ondergrondse interventies.

Dit team werd opgericht in samenwerking met l’Union Belge de Spéléologie (UBS) en is samengesteld uit ervaren speleologen die een aangepaste opleiding gevolgd hebben, die de nadruk legt op de bijzondere moeilijkheden bij ondergrondse reddingsoperaties. Zij kunnen versterking krijgen van gespecialiseerde teams zoals de RED-teams, de duikers of gespecialiseerd materieel zoals pompen met hoge capaciteit.

De Algemene Directie Civiele Veiligheid organiseert en coördineert de opleidingen, oefeningen en interventies van de speleohulpverleningsteams.

Speleohulpverleningsteams oproepen

Voor meer informatie over de interventies van de speleohulpverleningsteams, kan je de operationele eenheid van Crisnée contacteren.

Operationele eenheid van Crisnée
Tel: 04/257 66 00